bezorgde burgers

Fabel van Groendorp

Angsthaas, dappere molletjes en glimwormen

Haas woont in een prachtig dorp: ‘Groendorp’ waar het goed toeven is.
Samen met een handjevol kikkers, bevers, vinkjes, libellen en landgraven: ‘De Bosraad’ , besturen zij het prachtige dorp vanuit de ‘Torenkamer’ die ver boven het landschap uitsteekt. De landgraven bedenken plannen om het dorp ‘mooier’ te maken en De Bosraad geeft aan die plannen hun goedkeuring. De landgraven, die er alles aan doen om alléén goedkeuring te ontvangen van De Bosraad, bedenken soms plannen die het Groendorp niet mooier maakt maar juist lelijker. Het is dan een drukte van jewelste in de Torenkamer en alle leden van De Bosraad buitelen dan over elkaar heen. “Dit kan toch zomaar niet!” roept dan meestal een van de libellen of “moeten we dit niet eerst onderzoeken?” roept dan vervolgens een bever. Één vink wil eerst eens gaan vragen aan de bewoners van Groendorp wat zij van de plannen vinden. De kikkers, die vaak niet uit de vijver durven te springen, sussen dan de boel weer met: “de landgraven zullen er wel goed over nagedacht hebben”.

Haas vindt er eigenlijk van alles van maar zit vaak in een hoek van de Torenkamer met één oog het kabaal te observeren en met het andere oog kijkt hij angstvallig naar de landgraven. Heel soms waagt één kikker het om uit de vijver te springen om de landgraven kritisch te ondervragen. Maar na één strenge blik, van de hoofd Landgraaf, springt deze waaghals dan weer snel de vijver in. De haas zegt niets.

Na al het kabaal komt de hoofd Landgraaf de Torenkamer binnen en vraagt aan De Bosraad om de plannen snel af te tikken met de ‘Gouden Hamer’. Meestal gebeurt dat dan ook. Het komt heus wel eens voor dat de inwoners van Groendorp, de zogenaamde Groeners, per ongeluk achter deze plannen komen en heel erg schrikken dat De Bosraad deze rare plannen al heeft afgetikt, vaak om maar van het kabaal af te zijn. De Groeners gaan dan op het dorpsplein met elkaar een partijtje kletsen en mopperen dan uit volle borst op De Bosraad. Vaak zijn het de mollen en glimwormen die dan speciaal voor deze gelegenheid uit de grond komen kruipen, en snel De Bosraad èn de landgraven ter verantwoording roepen. De glimwormen schijnen een fel lichtje op de snel afgetikte plannen en de mollen prikken met hun puntige vingers dwars door deze plannen heen.

De haas geeft, meestal stiekem, de mollen en glimwormen groot gelijk maar zet het dan vaak op een lopen: razendsnel het hazenpad in. Daar verstopt de haas zich voordat de landgraven door hebben dat de haas het (vaak) eens is met de mollen en het lichtje van de glimwormen alles akelig zichtbaar maakt voor de Groeners

De landgraven beloven vervolgens aan de mollen dat ze nog eens ‘naar de plannen gaan kijken’ maar wijzen de mollen er dan wel op dat de Gouden Hamer al in de Torenkamer is geweest en dit niet meer terug gedraaid kan worden: “dit is nou eenmaal tegen het reglement van de ‘wet van de Gouden Hamer’”.

Zo begint het verhaal van Groendorp weer van voren af aan zoals het al jaren gaat.

Het moraal van dit verhaal: wanneer steeds vaker mollen en glimwormen zich genoodzaakt voelen om uit de aarde te kruipen en de mollen en glimwormen populatie alsmaar groter wordt gaat er misschien, na al die jaren, wél verandering komen in de Torenkamer. Dan begint er een nieuw hoofdstuk in het prachtige Groendorp: de haas kan éindelijk praten zonder bang te zijn om uit De Bosraad te worden gezet, de kikkers weigeren om nog langer in de vijver te blijven zitten, de libellen tikken niet meer klakkeloos met de Gouden Hamer, de bevers gaan alle plannen grondig onderzoeken en de vinken leggen hun vinkenoren nu echt te luisteren bij de Groeners.
En de landgraven? Die moeten voortaan doen wat De Bosraad zegt, samen met de Groeners, en niet meer andersom!

Einde

Geef een reactie

Ontdek meer van ZOUT

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Continue reading