Buiten Oirschot

Tijd van toekijken en wegkijken is voorbij

Bij de vijftigste Huizinga-lezing staat David van Reybrouck stil bij de manier waarop de mensheid momenteel toekomstige generaties ‘plundert en verknecht’. Het geweld beperkt zich bovendien niet alleen tot mensen maar treft al het leven op aarde.
De mensheid palmt de komende eeuw in met dezelfde meedogenloosheid, dezelfde hebzucht en dezelfde kortzichtigheid waarmee in vroeger tijden werelddelen werden toegeëigend.


De lezing duurt 90 minuten. Hieronder een samenvatting door Felix Timmers

Oplossingen

Hij geeft antwoord op de vraag wat we eraan kunnen doen.
In de verantwoordelijkheid voor de toekomst zouden westerse landen ruim moeten bijdragen aan de internationale fondsen die klimaatopwarming in de tropen moeten tegengaan of matigen. In Parijs werd afgesproken dat er jaarlijks 100 miljard dollar in moest, maar vijf jaar later blijkt dat de rijke landen hun woord niet hebben gehouden. Nederland en België hebben een (groot) deel van hun welvaart te danken aan hun kolonies. Daarom moet wij nu ruimhartig de internationale klimaatfondsen van financiën voorzien.
Landen komen dikwijls moeizaam tot besluiten. Het algemeen belang wordt erkend maar het eigenbelang komt op de eerste plaats. De vraag is steeds hoe krijgen we dit uitgelegd aan de kiezer. Het is de schrik voor de achterban die een mogelijk compromis niet ziet zitten. Vandaar de grote kloof tussen wat wetenschappers weten en politici doen.
Je kunt de maatregelen zo afzwakken dat ze door die achterban worden gepikt of ze zelf betrekken bij het kabinetsbeleid.
Het vraagstuk is dus: Beleid afzwakken of burgers betrekken.
Recent baanbrekend onderzoek heeft aangetoond dat dat ambitieus klimaatbeleid veel beter tot stand kan worden gebracht als je de burger erbij betrekt en hem/haar tot een actieve speler maakt.
Hij is dan niet veroordeeld tot een passieve toeschouwer maar wordt een actieve speler
De grote kloof tussen wat de wetenschap weet en de politiek verzuimt moet men dichten door de burger te laten beslissen.

Meer betrokken burger

Er zijn vier manieren die de burger meer betrokkenheid biedt bij het klimaatbeleid:

  1. Een burgerraad die door een preferendum wordt gevolgd, waarbij de burger niet alleen met ja of nee moet antwoorden op een vraag die de politiek heeft gesteld maar op een evaluatie van de voorstellen die medeburgers hebben opgesteld.
    In Frankrijk kreeg zo’n burgerraad met 150 gelote burgers de vraag hoe Frankrijk haar uitstoot van broeikasgassen met 40% kan reduceren in de geest van sociale rechtvaardigheid.
    De burgerraad nodigde experts uit en men luisterde naar elkaar. Op het einde werd president Macron een rapport overhandigd met 149 voorstellen t.a.v. de te nemen ambitieuze klimaatmaatregelen.
    Hieronder zie je een aantal voorstellen, die het tastbaar bewijs van bekwaamheid van burgers aantonen doortastend beleid te ontwikkelen:
    • Verlaag de B.T.W. op treinkaartjes.
    • Verduurzaam de Franse vissersvloot.
    • Beperk het gebruik van airco’s.
    • Bescherm de Franse bossen.
    • Maak ecocide (natuurvernietiging) strafbaar.

      teleurstelling
      Helaas werden slechts 15 van de 149 voorstellen ongefilterd omgezet in beleid, vijfenvijftig werden aangepast of afgezwakt en 79 voorstellen werden afgewezen.
      Het draaide dus uit op een enorme teleurstelling.

      alternatief
      Hoe had deze voorkomen kunnen worden?
    • Het was beter geweest deze voorstellen voor te leggen aan een nationale preferendum i.p.v. deze door te spelen aan de bevoegde instanties. Een preferendum waarbij de burger niet met ja of nee moet antwoorden op een vraag die de politiek heeft gesteld. Maar op een evaluatie van de voorstellen die medeburgers hebben opgesteld. Bij elk voorstel zou daarbij een alinea uitleg moeten staan opgesteld door het burgerberaad en elke Franse burger zou per voorstel kunnen aanvinken of hij/zij het er helemaal mee eens, mee eens of helemaal niet mee eens was. En op het eind zou hij de voor hem/haar vijf belangrijkste voorstellen kunnen aangeven.
    • Burgerraad gevolgd door een preferendum zouden regelmatig terug moeten komen om zo het maatschappelijk draagvlak van een maatregel te ontdekken en zo de prioriteiten van dat jaar vast te kunnen stellen.
    • In Nederland zou dan op Prinsjesdag niet alleen de financiële begroting maar ook de carbonbegroting (koolstof) moeten worden bekendgemaakt met de vaststelling dat we dat jaar nog zoveel gigaton koolstof mogen uitstoten.
  1. Een burgerraad op wereldniveau (Global Essambly) met 100 gelote deelnemers.
    De Global Assembly brengt, via het scherm, 100 gelote wereldburgers samen die met elkaar in dialoog gaan over de vraag hoe de mensheid de klimaat- en ecologische crisis op een eerlijke en effectieve manier te lijf kan gaan.
    Voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de wereldbevolking hoopt men in de komende 10 jaar 10 miljoen wereldburgers te hebben aangetrokken. Dan pas hoor je de stem van de wereld.
  2. Geïndividualiseerde emissierechten (een soort B.T.W. stelsel).
    Dit voorstel gaat over niet over hoe te beslissen over het klimaatbeleid maar over hoe te handelen/doen.
    Tot nu toe is het handelen te vrijblijvend. Wie wil kan minder vlees eten, minder vliegen, minder lang douchen, maar dit zet geen zoden aan de dijk. Bij dit voorstel krijgt iedereen vanaf zijn 18e verjaardag het recht een aantal koolstofeenheden te verbruiken. Zodra je fossiele brandstoffen nodig hebt, kun je die gebruiken. Naast het betalen van je benzine- of gasrekening betaal je ook een aantal carbons (koolstofeenheden) en gaan er een aantal eenheden uit je carbon-wallet (portemonnee). De eenheden die je door je spaarzaamheid niet gebruikt, kun je met een paar tikken op je telefoon verkopen. Er is dus een marktplaats van carboneenheden waarvan de waarde door vraag en aanbod wordt bepaald.
  3. Burgerlijke ongehoorzaamheid als de wetten indruisen tegen de rechtvaardigheid, waardigheid of het leven zelf.
    De overheden hebben de laatste decennia blijk gegeven van buitensporige nalatigheid wat betreft het beschermen van hun inwoners met daaronder de garantie van een leefbare toekomst. De rechters in een aantal West-Europese landen waaronder Nederland veroordeelden de landen voor schromelijk tekortschietende beleid.
    Het is een ramp dat de overheden na rechterlijke uitspraken nog steeds nalaten te doen wat ze horen te doen.
    Indien de overheid met ons belastinggeld de toekomst blijft koloniseren, de natuur blijft verwoesten en soorten blijft uitroeien, komt er een punt waarbij we ons moeten afvragen of wij dit naar eer en geweten nog wel kunnen steunen.
    Willen wij de ondergang van onze toekomst nog wel met belastinggeld sponsoren?
    Experts zouden vast kunnen stellen hoeveel en welke investeringen van de overheid niet deugen. Als 18% van de belastingen naar fossiele investeringen gaat, zou de belastingbetaler die naar een zo weinig mogelijke voetafdruk streeft die 18% kunnen aftrekken van zijn opgelegde belasting.

Geef een reactie