Landbouwtransitie

NEDERLAND IS BOMVOL

NEDERLAND IS BOMVOL
NEDERLAND IS BOMVOL

Dat de grenzen aan de (economische) groei al lang zijn overschreden en de balans tussen welvaart en welzijn doorgeslagen is, is duidelijk.

Feiten

Als geen ander leidt Jeroen Pauw een discussie waarbij ingezoomd wordt op structurele problemen die zich niet laten vangen in een oppervlakkig talkshowgesprekje. Hij laat gasten in hun waarde zodat alle sprekers aan bod komen.
Wel jammer dat er geen aandacht wordt besteed aan het gebruik van bestrijdingsmiddelen (pesticiden en herbiciden) door de gangbare landbouw, die catastrofale gevolgen hebben voor de bodemgesteldheid en biodiversiteit.
Volgens het CBS Centraal Bureau voor Statistiek was de landbouw in 2020 voor 16% verantwoordelijk voor de totale broeikasuitstoot. Daarbij is de veehouderij verantwoordelijk voor 9%.
Daarnaast is de Nederlandse landbouw volgens het RIVM voor 25 tot 30% verantwoordelijk voor de bijdrage van fijnstof in de lucht en voor 60% voor de uitstoot van stikstof.

  • Er zijn 1½ miljoen melkkoeien en 100 miljoen dieren (kippen, varkens, geiten) die nooit in de buitenlucht komen.
  • Nederland heeft één van de grootste vleesindustrieën van Europa en is op de VS na de grootste vleesexporteur ter wereld.
  • De Nederlandse landbouw/veeteelt is met veel minder boeren en grond veel meer gaan produceren.
  • Meer dan 30% van het benodigde koeienvoer moet geïmporteerd worden.
  • Vanuit Oekraïne wordt veel mais geïmporteerd voor het kippenvoer.
    De helft van Nederland wordt door de landbouw in beslag genomen. De landbouwsector heeft 3x de oppervlakte van Nederland nodig om niets meer te hoeven importeren.
    Om geen diervoer te importeren zou voor het huidige aantal koeien 30% moeten worden gereduceerd, voor varkens 80% en voor het kippenaantal zou meer dan 90% moeten worden gereduceerd.
  • De helft van Nederland wordt door de landbouw in beslag genomen. Om geen veevoer meer in te hoeven voeren zou de landbouwsector 3x de oppervlakte van Nederland nodig hebben.
  • Voor het huidige aantal koeien zou 30% moeten worden gereduceerd, voor varkens zou dat 80% van het huidige aantal zijn en 90% van het huidige kippenaantal.

Gasten aan tafel

  • Varkensboer Theo met rond de 40.000 biggen
    wil niet het woord intensief gebruiken maar efficiënt omdat voor hem intensief te negatief klinkt.
  • Onno van Schayk (hoogleraar preventieve geneeskunde aan de Universiteit van Maastricht)
    gaat in op de gezondheidsschade als gevolg van de veeteelt.
    Stikstofverbindingen in de lucht met de daaraan gerelateerde fijnstof geeft in Nederland 500.000 spoedopnames in het ziekenhuis ten gevolge van longklachten of hart- en bloedvatenklachten
    4½ miljoen verzuimdagen zijn gerelateerd aan stikstofverbindingen in de lucht.
    Deze kosten worden in de discussie nauwelijks meegenomen.
    Het verband tussen longontsteking bij mensen die dichtbij een geitenstal wonen staat na herhaald onderzoek onomstotelijk vast:
    Omwonenden van geitenstallen en pluimveebedrijven hebben 37% meer kans op longontsteking. Zeker als men binnen een straal van 500 m woont. Je ziet ook een verlaagde longfunctie. Ook COPD of hart- en bloedvatenklachten horen daarbij.
  • Geitenhoudster José van 1750 melkgeiten
    hoort de recentste cijfers van het Nivel-onderzoek bewogen aan en zou niet willen dat dit ook voor omwonenden van haar stal geldt.
  • Een bewoner (?) in de buurt van een geitenstal
    ondergaat de gezondheidsproblemen wat hem triggert.
    In zijn woonplaats (10.000 inwoners) is sprake van een geitenstal met 1750 binnen 2 km van 10.000.
    Het zoeken naar een gezonde balans wordt vergeten. Regelgeving dit te corrigeren, is er niet. Met GGD-adviezen bij behandeling van gezondheidsvraagstukken wordt niets gedaan.
  • Caroline van der Plas (BoerBurgerBeweging)
    is trots is dat de hele wereld komt kijken naar ‘onze’ systemen van innovatie en focust zich op de prijsverhoging voor de consument i.p.v. verduurzaming van de landbouw.
    Ze komt met het verhaal dat Nederlands vlees dat in Düsseldorf wordt gegeten geen lange afstand hoeft af te leggen terwijl het vlees in het noorden van Spanje dat in het zuiden wordt gegeten wel een grote afstand aflegt. Ze gaat verder met het idee dat half Nederland denkt dat al onze varkens naar China zouden gaan, wat pertinent niet het geval is.
    We moeten een keuze gaan maken wat we precies met elkaar willen, want als we alleen voor Nederland produceren zal het vlees veel duurder worden.
    Ze vraagt zich af of we dan de import van bijv. bananen, chocola, koffie, thee, rijst en ketchup gaan stopzetten.
    In het fijnstofverhaal hebben wij gekozen voor meer dierenwelzijn. De legbatterij is in Nederland en Europa afgeschaft. Vervolgens zijn we overgegaan op een scharrelsysteem waardoor er met strooisel veel meer fijnstof vrijkomt.
    Als je omschakelt naar biologische landbouw/veeteelt heb je te maken met een andere afzetmarkt en een wachttijd. Je kunt niet biologisch worden als de certificerende instantie zegt dat de markt voor biologische producten vol is. Bovendien duurt de omschakeling anderhalf tot 2 jaar.
    Ze vindt het niet kunnen dat mensen die de energierekening niet meer kunnen betalen 20% meer moeten gaan betalen.
    Het gaat haar gaat om de consument die wakker ligt van zijn energierekening en koopkracht. Dus blijkbaar niet om duurzame landbouw.
  • Jan Willem Erisman (hoogleraar Duurzaamheid en milieu)
    zegt dat de milieuschade door stikstof in de landbouw 6½ miljard per jaar is waarvan de veehouderij voor 4½ miljard verantwoordelijk is.
    Het gaat niet over morgen maar over de langere termijn waarin de marktsituatie zorgt voor een hogere prijs van het voedsel, zodanig dat de boer in staat is duurzaam te kunnen boeren.
  • Peter Oosterhof (biologische melkveehouder met 110 koeien)
    Niet iedereen hoeft biologisch gecertificeerd te worden maar we moeten wel af van die bedrijfsvreemde input. Het is die input (de toeleveranciers, de keten erachter) die er veel aan verdient maar niet de boer.
    Hoe minder je van buiten naar binnen het bedrijf brengt hoe minder je kunt verliezen.
    Hij heeft geen vervoerskosten voor zijn gras en gebruikt geen krachtvoer
    Het besef dat de kunstmestindustrie 25% van de jaarlijkse aardgaswinning in Groningen verbruikte deed hem overgaan naar biologische melkveehouderij. Ook werd de boer zelf een melkkoe voor alle toeleveranciers en de agro-industrie. Om al die kosten (kunstmest, luchtwassers etc.) te sparen ging hij over naar biologische veeteelt. Hij zei er wel bij dat hij genoeg (dus veel) grond heeft.
    Helaas kwamen de desastreuse gevolgen van het gebruik van pesticiden en herbiciden niet naar voren. Daar zou hij immers een goed punt mee hebben gemaakt.
  • Ingrid (gangbare melkveehouder met 100 melkkoeien)
    zegt dat er niet bij wordt stilgestaan dat gras en mais CO2 opslaan.
    Als er alleen in Nederland natuurvriendelijk geboerd zou worden en in de rest van Europa niet dan worden onze producten vanwege de hogere prijs niet meer verkocht. Landen die niet met de regelgeving te maken hebben, kunnen dan tegen een lagere prijs leveren. Dan heb je een ongelijk speelveld.
  • Petra Berkhout (landbouweconoom aan de universiteit van Wageningen)
    gaat in op de export van Nederlands vlees. Naar omringende landen gaat vlees (spiervlees) en naar China gaat vooral slachtafval ofwel bijproducten wat ook wel vierkantsverwaarding wordt genoemd.
    Ze vindt de discussie over export niet goed. Je kunt exportvoordelen hebben niet alleen vanwege kwaliteit maar ook met producten die met overschrijding van ecologische of sociale grenzen (kinderarbeid) zijn gemaakt. Volgens haar moet de focus liggen op overschrijding van milieugrenzen. Vanuit dat oogpunt moet de productie omlaag. Hier hoort het over te gaan i.p.v. de export.
  • Ruud Sanders (kippenboer Kipster Venray)
    vindt dat de consument niet mag bepalen als de ecologische grenzen worden overschreden. Als je buiten de ecologische grenzen van de aarde gaat, moet je kijken wat je kunt produceren binnen die ecologische grenzen. Hij komt dan uit bij veel minder consumptie van dierlijke consumptie en dus veel minder dieren. In zijn geval produceert hij eieren met zo min mogelijk impact op de natuur en het milieu.
    Er zouden in die ruimte met veel te veel dieren ook andere gewassen dan mais en gras geteeld kunnen worden. Het is immers altijd efficiënter gewassen te telen die direct voor consumptie zijn.
    Hij was een grootschalige pluimveehouder maar kwam met wetenschappelijke hulp uit Wageningen erachter dat het systeem heel eenvoudig is:
    Alle vruchtbare grond die er is moet gebruikt worden voor plantaardige producten voor mensen. Op grond waar niets anders groeit dan gras kunnen geiten of koeien worden gehouden om er voedsel voor de mens van te maken.
    Voor zijn kippen gebruikt hij de reststromen van menselijke consumptie.
Nederland is Bomvol

https://www.npostart.nl/BV_101408866

https://pers.bnnvara.nl/jeroen-pauw-onderzoekt-de-grenzen-aan-onze-groei-in-nederland-is-vol/

Geef een reactie

Ontdek meer van ZOUT

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Continue reading